Of, iets anders geformuleerd: wat is yoga zonder de filosofie?
Yoga zonder de filosofie zou bestaan uit de asana’s, pranayama en meditatie. Deze drie vullen met gemak een yogales, dus waarom ook nog tijd besteden aan het bespreken van een stukje filosofie. Het antwoord is dat filosofie het fundament is, met yoga als gebouw. Zonder de filosofie zie ik weinig heil in het jezelf in allerlei bochten wringen. Toegegeven, je wordt er leniger van, en misschien ook wat sterker. Maar dat word je ook bij fitness en andere vormen van sport.
Bij yoga zijn de houdingen en ademhalingsoefeningen bedoeld als voorbereiding op de meditatie. Je lichaam wordt er fit en alert van, de geest rustig. Meditatie is zelf ook een middel, namelijk om doelen uit de filosofie te verwerkelijken. De filosofie ten slotte, is er om ons te helpen onszelf te verwerkelijken. Maar waarom zou je je dáár mee bezighouden?
Tja, zelfverwerkelijking is best een lastig begrip. Beetje vergelijkbaar met geluk. Daarom benader ik het vanaf de andere kant: wat is zelfverwerkelijking niet? Het kortste antwoord is ‘zonde’. Zonde dat je je doel voorbij schiet, of zelfs geen pogingen doen om het te raken. Het gevolg is namelijk onder meer dat we lijden aan een gemis. In dagblad Trouw van afgelopen zaterdag staat een interview met boeddhist Jan Geurtz. Het boeddhisme komt voort uit de zelfde bronnen als de yoga. Wellicht kan het enig licht werpen op dat lijden.
Geurtz: “We hebben een zelfbeeld ontwikkeld tijdens onze jeugd, en de rest van ons leven gebruiken we als een bevestiging of veroordeling van dat zelfbeeld, dat we ook wel ego noemen. Maar dat zelfbeeld is niet wie je werkelijk bent, het is een mentale constructie die vaak contraproductief werkt. We verlengen ons lijden door ons tegen pijn te verzetten. Tegelijkertijd verkorten we ook ons geluk door te proberen om ons krampachtig aan dat geluk vast te houden”.
Het ego is een ‘zelf’ dat wij niet werkelijk zijn. Voor verwerkelijking moeten we ergens anders zijn, namelijk bij het pure bewustzijn dat van een afstand naar het ego kan kijken. Dat oefenen we tijdens de meditatie. Geurtz: “Iemand die spiritueel geoefend is kan daar naar (d.i. het ego) kijken met een soort vriendelijkheid, met helderheid en liefde”. En dat is nodig. Het ego heeft namelijk de onhebbelijkheid dat het zich hecht. Het hecht zich aan spullen, mensen en gebeurtenissen, maar ook aan ellende. Soms door de pijn steeds weer op te rakelen, vaker door het te verdringen waardoor het onderhuids gaat zweren. Mediteren is dan een houding van liefdevol gewaarzijn. Vanuit je ware Zelf of bewustzijn kan je de pijn van het ego aanvaarden, zonder dat je erin opgaat. Geurtz: “Dat opent je hart, en in die liefdevolle openheid lost het lijden ten slotte op.”
Ben ik met je eens, Siemon: er is een wederzijdse positieve invloed. Asana’s zijn niet alleen nuttig voor een onbelemmerde lange zithouding. Je wordt emotioneel stabieler en gaat er ook helderder door denker. Wat je eet en drinkt en hoeveel speelt hierbij ook een belangrijke rol. Let wel, het gaat niet om noodzakelijke voorwaarden. Er zijn filosofen met geweldige theorieën, terwijl ze er een ongezonde levensstijl op na hielden (bijvoorbeeld Nietzsche en Sartre). Van de oude Grieken lees je bij Plato (Politeia 403-412) waardering voor sportbeoefening (er moet evenwicht zijn tussen fysieke en geestelijke training in de ideale Staat), maar ook dat de psychische ontwikkeling eraan vooraf gaat. Een ontwikkelde geest zorgt ervoor dat het lichaam in goede conditie blijft. En een gezond lichaam helpt weer bij het denken. De geestelijke oefening is belangrijker dan de lichamelijke. Dat proef ik ook wel bij de oosterse filosofie, zoals de yogafilosofie en het boeddhisme. Gelukkig maar, dan kunnen we ook aan yoga blijven doen als het fysiek gezien niet meer gaat. Het onderscheid tussen lichaam en geest is trouwens typisch westers. De oosterse filosofie kent een glijdende schaal.